Werkgroep BATO
... tijdens een opgraving ...
De afkorting BATO staat voor
Beoefenaren Archeologie in Tiel en Omgeving, de werkgroep archeologie van de Oudheidkamer.
In de eerste jaren van haar bestaan (na 1978) heeft de werkgroep veel gedaan aan het belopen van akkers in het rivierengebied en heeft daardoor een schat aan gegevens verzameld over de bewoners van dit gebied. Daar waar de gelegenheid zich voordeed zijn ook door noodopgravingen bodemvondsten zeker gesteld. In de stad hield dat in dat bijvoorbeeld beerputten zijn leeggemaakt die er voor zorgden dat de sociale identiteit van de bewoners bekend werd.
Door al die opgravingen werd het ook noodzakelijk de gevonden om voorwerpen zodanig te behandelen(= conserveren) dat men er later ook nog wat aanhad en zodoende wordt bij BATO leer, metaal en hout geconserveerd.
Indien conserveren niet meer mogelijk was, werd namaak toegepast om een beeld van het voorwerp te scheppen. Dit noemen we: experimentele archeologie.
Recente vondsten
Als een van de grootste wapenfeiten van BATO mag geteld worden het vinden en opgraven van wat nu bekend is als Tiel-Passewaaij.
BATO heeft het voortouw genomen met de opgraving van de eerste nederzetting: Passewaaij Oude Tielseweg. Door er bij de overheden op aan te dringen dat er ook een grafveld van betekenis lag wat onderzoek behoefde, heeft dit er uiteindelijk in geresulteerd dat de VU er van 1995 tot 2004 aan gewerkt heeft.
Naast opgraven en conserveren heeft BATO ook maatschappelijke taken zoals voorlichting geven en het begeleiden en kritisch volgen van lokale en provinciale overheden.
De werkgroep beschikt over een eigen website waar zowel op de werkgroep zelf als op de verrichte werkzaamheden uitgebreid wordt ingegaan.